De natuur vs de mens: Over de noodzaak van koeienpoep

 

‘De natuur is in overleg of de mens mag blijven’.  Ik lees een bericht van Loesje, gedeeld op Facebook. De reacties die eronder gedeeld worden, zijn niet mis. De natuur hoeft helemaal niet te overleggen, natuurlijk moet de mens weg. De mens is gewogen en te licht bevonden. Het is tijd dat de mens van deze planeet wordt gestoten, en met dit tempo waarin mensen elkaar uitroeien, hoeft dat niet eens zo lang meer te duren.

‘Verander de wereld, begin in je tas’

In deze tijd van ‘klimaatcrisis’  en lijfelijk ondervonden opwarming van de aarde, wordt naar een schuldige gezocht. Het is de mens, die met zijn onstilbare behoefte aan producten, aan reizen met het vliegtuig en overmatige energiegebruik, de natuur naar de rand van de afgrond brengt. De natuur kan wel zonder de mens, sterker nog, is beter af zonder de mens. 

In dezelfde kranten waarin deze klimaatcrisis breeduit wordt uitgemeten, worden onze zorgen gelukkig ook verlicht doordat er tegelijkertijd ook een oplossing voor wordt gepresenteerd. We kunnen milieuvriendelijker gaan leven en in die zin proberen de klimaatveranderingen te vertragen. Artikelen als ‘verander de wereld, begin in je tas’ (Volkskrant) moeten een klip en klaar antwoord geven op de hersenkrakende keuzes; waar te beginnen om een goed mens te zijn? Er wordt helder beschreven wat er allemaal mis is met de spullen die je bij je draagt in je tas (gericht op de vrouw wanneer je kijkt naar de inhoud van die tas): telefoon, portemonnee,  tampons en lippenbalsem zijn allemaal aan vervanging toe. Onderaan elk item staat precies beschreven welk milieuvriendelijk alternatief je je zou moeten wensen; van welk merk, de kosten en met een beetje geluk ook nog de website waarop je het product kan kopen. Met andere woorden; het antwoord op de milieucrisis ontstaan door consumeren, is het consumeren. Of misschien moeten we zeggen; anders consumeren. Maar nog steeds: consumeren. 

Bewust versus onbewust consumeren

Dat roept de vraag op of wij eigenlijk nog wel in staat zijn te denken, of onze problemen op te lossen buiten het discours van consumeren. We consumeren en verwaarlozen en exploiteren daarmee de natuurlijke wereld om ons heen. Het antwoord daarop is wederom consumeren, zij het op een manier die gepresenteerd wordt als bewust. We consumeren nu dus bewust in plaats van onbewust (rare woorden als je het zo bekijkt: alsof je onbewust kunt kopen.…kom je thuis van een zaterdagmiddag in de stad en zeg je: “ Heb ik nu een telefoon gekocht? He wat gek..dat moet volkomen onbewust zijn gegaan..” )  Bewust consumeren betekent zoveel als je portemonnee aanwenden om zoveel mogelijk milieuvriendelijke spullen te kopen en de minder duurzame variant te laten liggen. Dat klinkt goed.  Maar toch….Zou er ook een wereld denkbaar  zijn buiten het consumeren/kopen van producten? Onze portemonnee is de oorzaak van het probleem, om het vervolgens weer op te lossen met onze portemonnee. We gaan nu milieuvriendelijke spullen kopen, rennen naar de natuurwinkel of ekoplaza om onbespoten en duurzame producten te kopen, we nemen groene energie af en kopen een tas vol met de meest duurzame spullen voor in je tas, aldus de volkskrant. Zo dan, opgelost, geweten gesust. Die mensen uit het begin van dit artikel, die mensen die weg moeten omdat ze de natuur vervuilen, daar hoor je dan toch minder bij. Je hebt je portemonnee ten goede aangewend. En op de een of andere manier klinkt dit best goed, toch….

Is milieuvriendelijk ook natuurvriendelijk?

Toch blijft er een knagend gevoel achter. We lijken de milieuproblematiek op te lossen met dezelfde strategieën en denkwijzen die de oorzaak zijn van het hele probleem. Tegelijkertijd wordt de band tussen mens en natuur er niet hechter op. Een voorbeeld: Ik neem windenergie af van mijn energieleverancier omdat dat de meest milieuvriendelijke energie zou zijn die er is, aldus mijn energieleverancier. Om mijn geweten te sussen, betaal ik met gemak daarvoor wat euro’s extra. Totdat er een bericht langskomt uit Noord Zweden, de plek waar de Sami wonen, samen met hun rendieren. Omdat er zo weinig mensen wonen in Noord Zweden wordt daar de natuur volgepropt met windturbines. Het protest is immers nihil met zo’n laag bewonersaantal. Het enige protest komt van de paar Sami, die met hun rendieren steeds meer terrein verliezen. En van die enkele bewoner die zijn of haar prachtige natuur ziet veranderen in een windmolenpark. De stilte die hen tot dan toe omringde, verandert in een voortdurend gefluit en gesuis. De vogels en vleermuizen liggen dood onderaan de molens en de bossen worden gekapt om ruimte te maken voor de milieuvriendelijke windturbines. Maar dan moet ook gezegd worden dat ze de samenleving veel geld opleveren, want de energie in Noord Zweden is vooral overtollig en wordt dus verkocht aan andere landen. Er gaat veel economisch gewin gepaard met deze milieuvriendelijke molens….Maar er er doemt ook een nieuw probleem op: milieuvriendelijk blijkt dus niet gelijk te staan met natuurvriendelijk.

Vastgeroest discours

En dan begin ik het dualisme tussen mens en natuur te begrijpen. Wij staan letterlijk op afstand van de natuur. We hebben geen idee waar onze energie vandaan komt, of waar onze telefoon geproduceerd is. En ondertussen is onze manier van kijken en denken, veranderd in het discours van kopen en consumeren. Onze vragen en antwoorden zijn te vinden in onze portemonnee. Zo lijken we te denken. Consumentisme als nieuwe religie, als levensvisie. De heilige drie-eenheid gevat in: consument, geld en markt. En dat houdt ons in de ban, heeft ons als het ware betoverd. We zijn erin gaan geloven. Windenergie of lippenbalsem uit de natuurwinkel kunnen onze wereld wel weer redden.

Ik leef sinds een tijdje middenin de natuur en heb gemerkt dat milieuvriendelijk leven veel gemakkelijker en goedkoper is dan dat. Lippenbalsem kun je zelf maken van de planten die groeien in de natuur, energie kan van verschillende bronnen direct om je heen komen. In Nederland leefde ik in een illusie. Zo wilde ik graag een milieuvriendelijke badkamer dus ging in gesprek met vaklieden op het gebied van ekobouwen (goed bezig!). De keuze was bijna gevallen op een leemstuc badkamer van tientallen duizenden euro’s. In Zweden wonend heb ik geleerd dat mensen voor hun huizen al jarenlang gebruiken wat in hun directe omgeving voor handen is, je hoeft niet ver te zoeken: hout, steen en voor de leemstuc: klei uit de grond, gemengd met stro en paarden of koeienpoep. Een beproefde methode voor leemstuc en met gemak zelf aan te brengen. Ik ben zo gewend geraakt aan de levensvisie dat kopen de oplossing is voor alles, dat ik ben gestopt met zelf nadenken; de oplossing vind ik in de winkels of in artikelen die mij de juiste producten mededelen. Maar wat als je er vragen bij zou gaan stellen: wat is leem nu eigenlijk en hoe doen mensen in andere landen dat? Tellen die ook tienduizenden euro’s neer voor hun badkamer? Milieuvriendelijk leven wordt dan iets voor de elite…een manier om je af te zonderen van het gepeupel, de meerderheid en je geweten te sussen. Terwijl in werkelijkheid niets zo dichtbij, voorradig en gratis is als de natuur. Iedereen kan met gemak een leemstuc badkamer maken en zodoende meedoen met de laatste trend….een ritje naar de rivier voor kleigrond, ritje naar de boer voor stro en een beetje koeienpoep. De dieren het laten aanstampen en je hebt je prachtige stucmateriaal. De natuur maakt geen onderscheid tussen rijk en arm. En door het van dichtbij te halen, ben je ook nog eens heel milieuvriendelijk bezig. En de natuur kan best wel wat klei, poep en stro missen. 

Verbondenheid

Van oudsher is er sprake van een speciale verbondenheid tussen mens en natuur. Er was geen onderscheid, alleen maar samenwerking. Op een boerderij stond alles met elkaar in verbinding (denk kleine boerderij, zonder schaalvergroting en bestrijdingsmiddelen). De boer zorgde voor de dieren, de dieren zorgde voor de grond, de grond zorgde voor het eten van de boer en het dorp, de boer weer voor de grond, de grond zorgt weer voor de natuur en zodoende was er sprake van een natuurrijkdom aan gewassen en dieren. De natuur was niet iets ver weg, in Noord-zweden of in Afrika. De natuur was er al zo gauw je de deur uit stapte. En het was vanzelfsprekend dat je voor elkaar zorgden, omdat je in verbinding stond, en afhankelijk was van elkaar. Als de boer niet voor zijn weide zorgde en aan de rijkdom aan gewassen daarin, kon hij niet voor zijn dieren zorgen, als de dieren het niet goed deden, kon hij zijn grond niet bewerken en had hij geen eten. Het antwoord van de milieucrisis zit niet in een dualisme, in het uitroeien van de mens ofwel het bewust consumeren. Het antwoord zit in de verbinding: in de zorg en het harde werken van de mens voor en met de natuur, om vervolgens te kunnen genieten van de rijkdom die het geeft. Dan is de natuur ook niet meer kwetsbaar, iets dat gered moet worden en iets waar je met de grootste omzichtigheid mee om moet gaan. En de mens is dan niet meer slecht; de vervuiler van (een nogal abstracte) planeet. Dan is duidelijk dat we allemaal bij elkaar horen, de nieuwe heilige drie-eenheid wordt dan: natuur, dier en mens. 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *